Hattems Mannenkoor verwelkomt u graag opnieuw

Houding - Hattemsmannenkoor

Ga naar de inhoud
Houding

Staan
Staan te zingen is voor de meeste zangers de gewoonste zaak van de wereld.
Toch komt er heel wat te kijken bij het 'staan zingen'.
Gewoon staan voelt in de longen wat ruimer dan gewoon zitten.
Maar . . . . .
Goed staan is als volgt:
Voeten iets uit elkaar, waarbij afhankelijk van uw eigen
voorkeur de linker of rechtervoet iets naar voren staat.
Voetzolen maken overal goed 'contact' met de vloer.
Knieën niet 'op slot' dus niet naar achteren gedrukt.
Bekken in de 'zitstand' (naar voren gekanteld). Dit betekent
dat het bekken voor hoog staat en achter laag.
(Deze stand is goed te traceren bij het gaan zitten.)
Borstbeen opgestrekt.
Flanken breed.
Schouders laag (en niet naar voren getrokken).
Ellebogen los van het lichaam.
Hoofd recht boven de romp. Met het gevoel dat de nek iets
'langer' gemaakt wordt. (Natuurlijk nooit de kin op de borst,
maar ook absoluut niet de kin in de lucht gestoken.)

In alle bescheidenheid staat u zo als een zelfverzekerde zanger te zingen.

Zitten
Zitten te zingen is soms noodzakelijk voor bepaalde zangers.
Dat geeft meestal nogal wat problemen. Men zit terwijl de buurman staat en daardoor is die buurman dus minder hoorbaar, en meestal is de dirigent ook niet meer te zien. Bovendien geeft zitten temidden van een groep staande mensen vaak wat claustrofobische gevoelens.
Toch is het heel goed mogelijk om zittend te zingen. Een groot voordeel is dat als men goed zit, men altijd het bekken goed gekanteld heeft en de knieën nooit 'op slot' zitten. Bij partij studies is dan ook het vreselijke   vermoeiende opstaan, zitten, opstaan, weer zitten, nee toch nog maar weer even meedoen en dus weer opstaan, van de baan.
Nu is goed zitten heel gemakkelijk op een goede koorstoel, maar die staan bijna nooit in de gemiddelde repetitie ruimte.

Goed zitten is als volgt:
Voeten iets uit elkaar, en recht onder de knieën. De voeten niet naar voren, want dan 'hang' je in je rug. De voeten te ver naar achteren maakt de rug hol en is ook niet goed.
Dit goed zitten is heel erg afhankelijk van de goede hoogte van de stoel.
Voetzolen maken overal goed 'contact' met de vloer.
Knieën boven de enkels en iets uit elkaar. (Sorry dames,maar de minirokken zijn toch uit de mode. Bedenk     wel dat de dirigent voor u staat en dat sommige 'inkijkjes' niet bevorderlijk zijn voor de juiste concentratie van de dirigent. Of door het fraais of door het juist niet zo fraaie.)
Bekken is nu in de 'zitstand'.
Borstbeen opgestrekt.
Flanken breed.
Schouders laag (en niet naar voren getrokken).
Ellebogen los van het lichaam.
Hoofd recht boven de romp. Met het gevoel dat de nek iets  'langer' gemaakt wordt. (Natuurlijk nooit de kin op de borst, maar ook absoluut niet de kin in de lucht gestoken.)
Naast de zithouding en de staanhouding is er denk ik ook nog een koorhouding. Daar bedoel ik de houding van de zanger mee ten op zichtte van het koor en zijn mede koorleden. Ik kreeg ooit een prachtig anoniem geschrift hierover, dat zo veelzeggend is, dat ik hem hier publiceer.

Regels om een geliefd collega zanger te worden

1.   Zorg dat je goed gehoord wordt. Als iedereen zacht zingt brul jij      
     het uit . . , dat staat zeer beschaafd.
2.   Luister nooit naar de dirigent; jij weet het veel beter dan hij
3.   Zing met je mond zo ver mogelijk dicht, dat bevordert de       
     klankkleur en geeft een sjieke indruk.
4.   Kijk overal naar, behalve naar de dirigent. Naar hem kijken       
     alleen de domme mensen.
5.   Praat luidruchtig en doorlopend met je buren, dat verlevendigt      
     de repetitie en verhoogt zeker de concentratie van de dirigent      
     en de ander koorleden.
6.   Kom altijd te laat . . . .  dat onderstreept je belangrijkheid.
7.   Kijk bij het zingen zo sacherijnig mogelijk, ongeveer zoals       
     Napoleon bij Waterloo.
8.   Koorrepetities zijn voor minderbegaafden; ga er dan ook bij hoge       
     uitzondering heen. Jij kunt wel zonder.
     Je zult dat bij het optreden wel merken, want iedereen zingt dan       
    fout behalve jij.
9.   Zorg ook dat je, als je al eens op de repetitie bent, je zeer
     sociaal opstelt. Zorg dat je zoveel mogelijk praat, en laat de
     pauze zich daar maar even bij aanpassen.
10.  Schep vooral op over je eigen prestaties en lever zoveel
      mogelijk kritiek op anderen. Bazuin rond dat het vroeger veel
      beter ging en dat het een gunst is dat je nog mee wilt zingen.

       Aukje Broekema-Poortman
Terug naar de inhoud